De Brief

Ik heb ijskoude vingers.

(Maar ze trillen niet. Dat nooit!)

 

Ik schrijf een ijskoude brief,

een brief zó koud dat de lucht rondom de brief

bevriest.

 

Ik sta voortdurend op

om elders adem te halen.

Alles wat ik schrijf is waar.

 

Halverwege de brief schrijf ik plotseling,

na een lange, ijskoude opsomming:

“En toch,….”

Waardoor de brief ontdooit

en ongelezen wegstroomt

naar de zee.

 

© Toon Tellegen